Foto: Erald van der Aa
20 mei 2025
Recent is onze algemeen directeur, Thijs Voesenek, geïnterviewd door Cobouw – hét vakblad voor de bouwsector. In het interview vertelt Thijs over zijn rol als algemeen directeur bij Nederlandse Bouw Unie, die hij afgelopen januari op jonge leeftijd overnam van zijn vader. Hoewel Thijs al vele jaren bij NBU werkzaam is, brengt zijn nieuwe functie extra uitdagingen en kansen met zich mee. Wij zijn trots op de manier waarop hij deze verantwoordelijkheid met volle overtuiging en passie vervult!
Artikel Cobouw:
Carrière | ‘Mijn vader en ik hebben bewust de tijd genomen voor de overdracht’
Yvonne Ton | Gepubliceerd: 14 mei 2025 | Gewijzigd: 16 mei 2025
Thijs Voesenek mag dan nog jong zijn voor een directeur van een grote ontwikkelende bouwer als Nederlandse Bouw Unie (NBU), maar de overdracht van de ene op de andere generatie kwam niet onverwacht. Vader Jan Voesenek heeft hem daar als directeur-eigenaar de afgelopen jaren voor klaargestoomd.
Was het altijd al een wens om het familiebedrijf ooit te gaan leiden als volgende generatie?
“Helemaal niet, althans, dat was nooit het doel. Mijn vader heeft het nooit opgelegd aan mij en mijn oudere broer om het bedrijf over te nemen of om hier te komen werken. Misschien ook wel omdat hij het zelf heeft overgenomen van een andere familie. Als het bedrijf al generaties in onze familie was geweest, denk ik dat de druk om het voort te zetten wel groter zou zijn. Ik had altijd wel interesse voor het vak van mijn vader. Eigenlijk ben ik er meer langzaam naartoe gegroeid.”
Hoe ging dat dan?
”Ik had als kind al een buitensporige interesse in vormgeving, architectuur en plattegronden. Later ben ik dan ook bouwkunde gaan studeren bij Avans met als doel om richting architectuur uit te stromen. In het eerste jaar kwam ik er al achter dat veel mensen bij die opleiding daar op een nogal zweverige manier naar kijken. Ik ben redelijk ‘down-to-earth’ opgevoed en dat zit ook wel in het karakter. Dat is de reden dat ik er bij de opleiding geen klik mee had, maar ik wist wel dat ik in het vak wilde blijven. Ik ben me toen meer op algemene bouwkunde gaan concentreren. Als bijbaantje werkte ik bij een makelaar, waarbij ik vooral te maken had met de commerciële kant. Bij de opleiding was dat juist de technische kant en die twee wilde ik heel graag combineren. Dan kom je automatisch terecht bij ontwikkeling en bouw. Dat vond ik hier bij NBU.”
Al met al werkt u al tien jaar in het bedrijf, waarvan de laatste jaren als adjunct-directeur. Is de stap dan toch nog groot om het roer helemaal over te nemen?
“Ik vond deze keer de omschakeling overzichtelijker. Drie jaar geleden begonnen de eerste gesprekken met mijn vader over een overdracht. Daar stonden we allebei volledig achter, maar we hebben er bewust een aantal jaar de tijd voor genomen. De eerste stap was om toegevoegd te worden aan de directie als adjunct-directeur en langzaam steeds meer taken over te nemen. Die stap van projectontwikkelaar, wat ik destijds deed, naar adjunct-directeur vond ik best groot. Er kwam toen ineens heel veel op mij af, ook veel neventaken, terwijl ik ook deel uit bleef maken van een dagelijks ontwikkelteam. Nu zijn we in twee jaar tijd langzaam naar deze rolverdeling toegegroeid totdat mijn vader vanaf 1 januari het stokje echt overgedragen heeft.”
In hoeverre is hij nu nog actief in het bedrijf?
“Helaas minder dan verwacht vanwege zijn gezondheid, vandaar dat zijn rol heel flexibel is. Het is wel de bedoeling dat hij ter ondersteuning van mij aanblijft. Maar we hebben ook een heel stabiel directie- en managementteam waar ik goed op kan vertrouwen. Dat is ook noodzakelijk bij de omvang van ons bedrijf.”
Wat opvalt is dat NBU best veel bijzondere woonprojecten uitvoert, meestal niet doorsnee. Is dat een bewuste keuze en in hoeverre is het representatief wat jullie laten zien op de eigen website?
“Ja, en we laten al onze projecten zien op onze website. We onderscheiden ons door maatwerk, maar kunnen niet alleen dat. Niet altijd in het centrum, maar wel vaak tegen het stedelijke aan en regelmatig gecombineerd met hoogbouw. In Breda kennen veel mensen ons bijvoorbeeld van Woonpark Sculptura, de zwarte torens langs de rondweg, en de revitalisatie van het Dr. Struyckenplein; in het Rotterdamse onder meer van woontoren Bernini en NN Kralingen. Het zijn projecten met veel puzzelstukken waarin wij het beste tot ons recht komen. Honderden dezelfde woningen in een weiland bouwen vinden we ook af en toe wel eens lekker, maar er zijn partijen die die werkwijze veel meer gestandaardiseerd hebben.”
Welke ambities heeft u als nieuwe directeur, bijvoorbeeld als het gaat om de groei van NBU?
“We zijn de afgelopen jaren altijd vooral van natuurlijke groei geweest. Voor nu hebben we geen ambitie waar we over tien jaar koste wat kost willen staan. Met de huidige omvang van ons bedrijf functioneren we supergoed, zonder nodeloze managementlagen. Als we echt gaan groeien, betekent dat ook iets voor de aansturing. We zijn nu op een punt aangekomen dat we met de manier waarop we georganiseerd zijn maximaal kunnen draaien. Dat zie je vooral in ons bouwbedrijf. Projecten worden wel steeds groter en complexer. We hebben de ambitie ook om daarin mee te gaan en dat willen we vooral blijven doen. Ik sluit dus niet uit dat we de komende jaren op het gebied van ontwikkeling nog blijven groeien, alleen het is geen doel an sich.”
Zijn er andere doelen op korte termijn?
“Ons doel voor nu is in de basis het behouden van de continuïteit in bouwproductie en voortzetten van de prettige werkcultuur die we hier hebben. En met name continuïteit in de kwaliteit van onze projecten. Die staat voorop. We doen ook steeds grotere gebiedsontwikkelingen met de focus op het creëren van bijzondere leefomgevingen. Met dat maatwerk kunnen we ons goed onderscheiden. Er zijn veel grote spelers die naar standaardisatie kijken om snelheid te maken, maar er blijft ook altijd behoefte aan maatwerk omdat niet elke locatie zich leent voor standaardisatie.”
Moet je niet mee in die standaardisatie als woningbouwer?
“Natuurlijk kijken wij ook naar nieuwe bouwmethodes, maar we zijn niet van plan zelf een fabriekswoning te gaan maken. Er zijn heel veel partijen bezig met woonfabrieken en het vol krijgen daarvan is de grootste uitdaging de komende jaren. Het is voor ons de uitdaging om onze bouwproductie goed te vullen, laat staan dat je daarnaast een specifiek product maakt en daar een hele productielijn van moet vullen. Kijken wij naar onze projecten, dan houden wij er eigenlijk al rekening mee dat er een aantal zal doorschuiven. Het is onze taak om tegenvallers tijdig te signaleren en te zorgen dat we bijvoorbeeld een ander project wat naar voren halen, zodat de bouwproductie blijft doorlopen. Dat is soms ontzettend lastig, maar wel één van de uitdagingen van ons vak.”
CV
Na zijn studie bouwkunde bij Avans in Tilburg ging Thijs Voesenek (Breda, 1992) vanaf 2014 drie dagen aan de slag als projectontwikkelaar bij Nederlandse Bouw Unie (NBU), het bedrijf van zijn vader Jan Voesenek. De rest van de week runde hij zijn eigen bedrijf als ontwikkelaar. Een paar jaar geleden kwamen vader en zoon overeen dat Thijs NBU op termijn zou overnemen. Dat is inmiddels gebeurd. Sinds 1 januari is Thijs algemeen directeur, na de afgelopen twee jaar al de rol van adjunct-directeur te hebben vervuld. Jan blijft actief, weliswaar meer op de achtergrond, maar wel zeer betrokken.